Soorten implantaten

Verschillende oplossingen

Implantaten kunnen in de volgende gevallen een oplossing bieden:

Implantaatkroon

Als een tand of kies verloren is gegaan of afwezig is, kan dit worden hersteld met een implantaatkroon. Het implantaat (kunstwortel) wordt geplaatst en na een periode van circa drie maanden (als het implantaat is vastgegroeid) wordt hier een kroon op vervaardigd.

Een andere vaste oplossing voor een ontbrekende tand of kies, is het vervaardigen van een conventionele brug of etsbrug door uw eigen tandarts. Hierbij worden de elementen grenzend aan de tand of kies die mist afgeslepen om de brug eraan vast te maken. Het voordeel van een implantaatkroon is dat geen andere tanden of kiezen hoeven te worden beschadigd door er aan te slijpen. De implantaatkroon voelt en functioneert als een eigen tand of kies en is dus vaak een elegantere oplossing.

Directe tandvervanging

Niemand vindt het fijn om een voortand te missen dus is het mooi als een directe tandvervanging kan worden uitgevoerd. In één behandeling wordt de tand verwijderd en direct het implantaat geplaatst. Het voordeel hiervan is dat de omringende structuren, zowel bot en tandvlees, niet verloren gaan. Er zijn minder behandelingen nodig en een vaak oncomfortabele tijdelijke voorziening is niet nodig. De volgende dag kan bij voldoende stabiliteit van het implantaat een tijdelijke kunststof kroon worden geplaatst. De definitieve kroon wordt na circa  zes maanden vervaardigd.

Implantaatbrug

Als er meerdere tanden of kiezen naast elkaar ontbreken is een implantaatbrug een fraaie oplossing om het gebit te herstellen. Het is in principe niet nodig onder elke tand of kies een implantaat te plaatsen. Als bijvoorbeeld drie of vier tanden of kiezen naast elkaar missen, dan kunnen twee implantaten worden geplaatst als brugpijlers.

Na de vastgroeiperiode wordt hierop een drie- of vierdelige brug geplaatst. Herstel van een hele tandboog is met implantaatbruggen ook een reële optie.

Klikgebit

Bij mensen die (bijna) geen eigen tanden meer hebben en een prothese dragen slinkt de kaak. Dit leidt vaak tot problemen zoals moeilijk kauwen en spreken, pijn in de mond, ingevallen gelaat of het gênant loskomen van de prothese.

Voor deze mensen kan  een klikgebit uitkomst bieden. In de onderkaak worden twee tot vier implantaten geplaatst. In bovenkaak worden in de meeste gevallen vier tot zes implantaten geplaatst. Hierop kan de prothese meestal met behulp van drukknoppen vast klikken. In het geval van implantaten in de bovenkaak kan er een hoefijzervormige prothese zonder verhemelte worden vervaardigd. De trekkracht van de drukknoppen is tegenwoordig zo groot dat veel mensen het als een ‘vaste‘ uitneembare voorziening ervaren.

Vaak wordt er vanuit de basisverzekering  bij een fors geslonken onderkaak twee implantaten vergoed. Bij het intakegesprek geeft de implantoloog aan of uw behandeling voor vergoeding in aanmerking komt. In de meeste gevallen zijn in de bovenkaak geen implantaten nodig omdat de bovenkaak minder slinkt. Een klikprothese onder in combinatie met een goed passende bovenprothese is een stabiele en comfortabele oplossing. Tijdens het behandeltraject zorgen we ervoor dat u altijd een draagbare prothese heeft.